| | | |
Tekening van Wim Bergmans. Merauke Marinierskazerne 18april 1960 Stranding van de dregboot van Hr. Ms. Luymes :Op een dag kregen we via de lokale golf bericht dat de dregboot van de Hr.Ms.Luymes was vastgelopen op een bank in de Meraukerivier. Het bootje had post opgehaald voor het schip, en was iets vertraagd. Het tij was snel laag geworden, en zo liep het bootje vast, midden op een zandbank. De motor was tijdig gestopt zodat bijna geen zand of modder in de motor was gekomen. Maar er was geen verbinding meer met de Luymes. De commandant vroeg de CMM Merauke om assistentie. Met een gouvernementsbootje werd zo dicht mogelijk naar de bank gevaren, en toen was het lopen met een ANGRC-9 en handgenerator naar de dregboot. Eenmaal opgetuigd hadden we goede verbinding met de Luymes. En toen was het wachten tot hoog water, om het bootje vlot te krijgen. De vloed kwam heel snel op maar een reëel gevaar daarbij was, dat op het moment dat de bank onderliep, de dregboot zou kapseizen. Het gouvernementsbootje was voor alle zekerheid in de buurt gebleven. Doordat de dregboot in een kuiltje lag, kapseisde het gelukkig niet. Na wat schokken begon het bootje te drijven, en na voldoende water rondom, kon de diesel worden gestart. We hebben alles weer ingepakt, en zijn met het gouvernementsbootje weer naar Merauke gegaan. Met dank van de commandant van de Luymes.De veiligheid in- en rondom Merauke:Het was bekend dat er in Merauke nogal wat sympathie was voor Indonesië. Daar hebben de autoriteiten zelf voor gezorgd, want voor onderwijs zijn onderwijzers van o.a de Kei- eilanden aangetrokken , met de belofte dat ze t.z.t terug zouden gaan. Toen puntje bij paaltje kwam ging dat niet door, en zo vraag je om moeilijkheden. De meeste mensen van Indonesische oorsprong woonden in de buurt van Koeprik. Om de sympathie voor Indonesië een beetje de kop in te drukken werden regelmatig intimiderende acties gehouden. Dat kon zijn, door met alle transportmiddelen door de kota rijden, en dan ergens stiekem de nummerborden verwisselen, zodat het dan leek alsof we over veel transport beschikten. Ook Verpel-oefeningen werden in de kota gehouden. Het hielp wel een beetje.Toen Peter Fransz op een van zijn recente vakanties op Lombok in Indonesië was, ontmoette hij bij een zwembad van zijn hotel een oudere Indonesiër. Die vertelde dat hij een gepensioneerd luitenant van het Indonesisch leger was. Groot was hun beider verbazing toen bleek dat zij allebei omstreeks dezelfde tijd in Merauke waren geweest, n.l gedurende de periode 1959-1960. Hij was daar als infiltrant gewoon met een boot in de haven aan wal gegaan ( uniform en uitrusting in een koffer ), en had zich bij de Indonesische gemeenschap gevoegd. Hij heeft diverse malen, uiteraard in burger, voor de marinierskazerne gestaan om e.e.a. in zich op te nemen. Hij is tot na de overdracht in 1962 in Merauke gebleven. Fransz had tijdens zijn dienst in Merauke in de kota Indonesische kennissen gekregen, en het kan goed zijn dat hij op een of andere selamatan, daar nog met hem heeft gesproken.Soms moesten er wachtwoorden worden gebruikt om ergens in- of langs te komen. Voor een oefening moest bijvoorbeeld op de vraag "Klapper ", het antwoord "melk" worden gegeven. Wim Bergmans wilde het verbindingsbureau in, en klopte op de deur. Op de roep "klapper " , werd harder geklopt en bij herhaling van " klapper ", nog harder. Uiteindelijk antwoordde hij met "melk ". Toen Wim gevraagd werd of hij het wachtwoord was vergeten, kwam het laconieke antwoord: " Ik dacht dat u kloppen riep, korporaal". Welke korporaal het was, is niet bekend.Op een avond kwam een marinier tamelijk toegetakeld terug van passagieren. In de barak aangekomen wilden de maten weten wie dat had geflikt. Het bleek een clubje "rood-witten " te zijn ( Soekarno-gezinden: rood en wit zijn de kleuren van de Indonesische vlag ), en het adres was bekend. Om kwart over elf vertrok een groep mariniers naar het adres, richtte de nodige vernielingen aan, en was tegen middernacht weer terug in de kazerne. Om tien over 12 stonden er een vrouw en een paar mannen voor de poort te schreeuwen dat mariniers hun huis hadden vernield. De officier van de wacht waarschuwde de commandant, en die liet baksgewijs houden. De verontwaardigde dame mocht de daders aanwijzen. Helaas voor haar was ze daar toe niet in staat. Zaak afgedaan zou men denken maar de volgende morgen stonden er toch zeven man op parade ( d.w.z. voor de eerste officier, beschuldigd van een strafbaar feit ). Als je in zo'n kort tijd naar de kota kon gaan en weer terug, moet je wel zweten. Dat had de commandant tijdens het baksgewijs gezien, en hij wist precies wie er weg waren geweest. Ze werden gestraft voor het feit dat ze ongeoorloofd na 22.00uur de kazerne hadden verlaten. De straf viel uiteindelijk best mee.Vervolg pagina 8
|
|
| carol.magermans@gmail.com |
| |
|
| | | |