,, Men wees Klaas aan "
,,Waarom heb je die jongen dan ook laten gaan," verweet iemand de moeder van brenschutter Klaas Jacob Faber.
Dagenlang holden die ontzettende woorden elkaar achterna in het hoofd van de Amsterdamse arbeidersvrouw. Heb ik dan mijn zoon weggestuurd? Had ik hem tegen kunnen houden? Haar verdoofde hersenen konden het antwoord niet vinden. Pas later begreep mevrouw Faber weer, dat men in een kamer op de derde verdieping van de Kuipersstraat niets te vertellen heeft over dienstzaken, of die zich nu in Ossendrecht of op de Vogelkop afspelen.
Men wees Klaas gewoon aan. Hij was niet erg gelukkig met deze uitverkiezing, maar pakte zijn plunjezak en vertrok naar het tropisch eiland Nieuw-Guinea, tussen Australië en Azië. De eerste brieven die hij schreef waren opgewekt. De toestand was rustig en Klaas Jacob Faber - de Hollandse stukadoor - kon nog weleens een extra zakcentje verdienen door hier en daar wat op te knappen. Hij stuurde honderd gulden naar huis voor een nieuw televisietoestel.
Geleidelijk aan veranderden zijn brieven. Hij schreef dat hij dronken was geweest. ,, Stuur alstublieft zoveel mogelijk brieven. Want als er een vliegtuig komt en er is niets voor mij bij, dan sta ik te vloeken." Het heimwee maakt hem ruw, dacht zijn moeder en ze schreef drie keer per week naar haar zoon. Op zijn verjaardag in april stuurde ze een grote doos sigaretten naar hem toe. Klaas moest negentien gulden betalen om het cadeautje van zijn ouders, zijn drie broers en drie zusjes te mogen aanpakken.
Hij klaagde zijn nood in een brief aan thuis en zei ook, dat de vis die ze kregen stonk. Het waren zijn laatste woorden, want op 1 juni legde een Indonesische kogel hem het zwijgen op. het tweede peloton infanterie was met een eenheid mariniers en een groep papoeavrijwilligers op pad gegaan en had een paar para's ontdekt. De mannen rukten op langs de groene muur van een ondoordringbaar kustbos om de infiltranten te kunnen overvallen. Plotseling werd de groep van opzij onder vuur genomen. De soldaat der eerste klasse Faber was onmiddellijk dood. Naast hem viel sergeant Kevelam uit Harderwijk. De Amsterdamse stukadoor was bijna tien maanden in Nieuw-Guinea geweest. Hij werd met militaire eer begraven in Kaimana. ,,Maar ik wil hem zo graag hier hebben," zegt zijn moeder. ,, Bij ons hoort hij thuis. "
lees verder op de volgende pagina,