Peters vader zei: 'Ted,houd Peter in de gaten, want ik geloof niet dat hij terugkomt.'
PETERS BESTE VRIENDEN
Achter de onder bloemen bedolven baar liepen naast de familieleden ook Peters beste vrienden Henk van der Grooterbeen en Ted Norbart, allebei 40 nu.
,, Ik zal nooit vergeten dat ik achter die kist liep, ik was er helemaal ondersteboven van," zegt Henk, die bij Peter om de hoek woonde. Samen gingen ze jarenlang naar school, eerst de lagere school, en later de Lts ,, Hij moest werken, want bij hem thuis waren veel monden te vullen, maar hij kon verdomd goed leren, hij was beslist geen domme jongen. We waren echte vrienden. Hij was voor mij erg belangrijk, zeker in het begin, want ik kwam als klein jongetje met mijn moeder uit Indië en ik sprak hier de taal niet zo goed. Zo'n vriendje door dik en dun was dus ontzettend belangrijk.
Op latere leeftijd zagen we elkaar alleen in de weekeinden, want ik was op m'n zestiende beroeps geworden bij de marine, en dan gingen we leuk uit. Peter was echt een toffe knaap, nooit een rotbui of zo. Toen hij naar Nieuw-Guinea ging, schreven we elkaar. Een paar maanden voor zijn dood heb ik hem nog opgezocht, want ik voer op de Karel Doorman en die deed op een reis Nieuw-Guinea aan. Nee, hij was niet veranderd, nog steeds dezelfde fijne knul. Na een paar dagen hebben we elkaar weer op de schouders geslagen, zo van: tot straks in Tilburg. Maar dat heeft niet zo mogen zijn. Het is nog steeds onbegrijpelijk. Waarom van alle jongens nou juist Peter. Hij was helemaal geen vechtjas, integendeel."
Jarenlang heeft Henk in zijn portfeuille dat bidprentje en een pasfoto van Peter met zich meegedragen. Af en toe bezoekt hij nog het graf. ,,Hij blijft voortbestaan, al die herinneringen wis je toch niet it. Ik heb nooit meer zo'n vriend gehad als Peter. Ik mag wel zeggen dat ik iets kostbaars heb verloren."
Ted is een echte dienstmakker van Peter, ook al kenden ze elkaar al van de Zanzibar en de parochiesoos. Ted herinnert zich Peter als een open, vlotte jongen, in voor ee geintje en met gezonde belangstelling voor meisjes. ,, Hij scharrelde al een beetje, toen ik daar nog niet veel interesse in had."
Nog op dezelfde dag te zijn goedgekeurd en uitgeslecteerd voor het Korps Mariniers, meldden de twee vrienden zich allebei op 2 mei 1961 in de marinierskazerne te Doorn.
,, Dienst zei Peter niet zoveel," zegt Ted met stelligheid, ,, hij had andere idealen. Hij fotografeerde liever. Peter was ook liever burger gebleven, maar hij moest, hè. Terwijl ik er juist erg naar toe leefde. Ik geloof wel dat hij door mijn enthousiasme op een gegeven moment ook wat meer animo kreeg. Maar zeker in het begin zei het hem niet zo erg veel. Hij berustte.
We waren onafscheidelijk, we sliepen zelfs op één kamer en op oefeningen altijd in hetzelfde tentje. We haalden ook samen rare dingen uit. We hebben een keer een Hagenaar die bij ons sliep, volgesmeerd met schoensmeer en vervolgens in de wasbak gelegd. Voor zulke dingen was Peter wel te vinden. Hij was erg populair, jofel voor de maten en hij verlinkte nooit iemand.
Opeens hoorden we dat het hele peloton naar Nieuw-Guina zou gaan. We kregen veertien dagen verlof en in die twee weken zijn we ook constant met elkaar opgetrokken. In de bossen bomen rooien, zo een centje bijverdienen en 's avonds een pilsje pakken. Over wat je te wachten stond, spraken we niet. Wist je veel, je zag wel. Vooral die laatste dagen zal ik niet snel vergeten. Peter was erg gespannen en af en toe kreeg je een snauwend antwoord, wat niks voor hem was. Hij begon zich steeds drukker te maken. En dan zijn vader, die huilend tegen mij zei: "Ted, houd Peter in de gaten, want ik geloof niet dat hij terugkomt". Ik zei: "Dat zal niet meevallen, want we blijven bijelkaar en ik kom zeker terug." Op het station hebben we afscheid genomen: ik zou namelijk een paar dagen later komen omdat het vliegtuig vol zat.
Ik werd de eerste morgen in Biak wakker en wie zat er aan mijn bed? Peter. In het begin was het hartstikke leuk, we mochten wat aan het klimaat wennen, dus die eerste twee weken was het een soort vakantie. Barretje in, bioscopie, af en toe een beetje knokken met matrozen, maar Peter liet zich niet in een hoek drukken hoor, hij was behoorlijk potig. En toen met de groep naar Manokwari.
vervolg zie pagina 5