KorpsMariniers 61-62
Mariniers Doorn 1960
Mariniers Torn 1961
Schiphol - Biak
Mariniers Biak1961-1
Keurkorps Nw.Guinea
MariniersManokwari61
Kompaskoers 339-1&2
Mariniers Hollandia
MariniersWaigeo61-62
MariniersNabiré 1961
Mariniers Misool1961
Mariniers Biak1961-2
MariniersBatanta6162
Mariniers Biak1962-1
MariniersManokwari62
Mariniers Gag 1962
MariniersKaimana1962
Mariniers Kokas 1962
MariniersFakFak61-62
MariniersTanahMerah
MariniersMerauke1962
Mariniers Biak1962-2
Mariniers & Zeeleeuw
Mariniers&Ind.Para's
Mariniers CDO & V&I
Voor de Vrijheid
Broers van Soekarno
Kranten/Nieuws 1962
Trikora
De Zinloze Dood
Eregalerij Toen & Nu
In Memoriam
Doorn27oktober2012
Reünie 13 maart 2019
Reünie 6 april 2019
Reünie 11 mei 2019
Reünie Fakfak 2019
Reünie 13 mei 2017
Fotoalbum 21okt 2017
NooitVerlorenOorlog
Korpsverjaardag 2016
Roermond
Contact
Bevriende sites


Bezoekers
Visitors
Vrijdag 19 januari 1962
eigen nieuwsdienst

Minister Visser geeft lezing over marine-incident

 

Honderd man moesten vlag planten op Nw.- Guinea

Den Haag - Ruim honderd man van de Indonesische landmacht, aan boord van de drie bij zuidelijk Nieuw-Guinea onderschepte motortorpedoboten, hadden opdracht te landen in de buurt van Kaimana, ten westen van de Etnabaai. Zij hadden het Nederlandse gezag daar moeten liquideren, zo is gebleken uit de verhoren van overlevenden van de tot zinken gebrachte motortorpedoboot ( MTB ).

Dat wordt medegedeeld in een communiqué dat de minister van defensie ir.Visser, gisteren heeft uitgegeven. In het communiqué wordt de volgende officiële lezing gegeven van het marine-incidnt van maandag.

Een Nederlands verkenningsvliegtuig kreeg maandagavond om 20.05 uur op zijn radarscherm een contact dat zich 58 mijl van Kaap Vlakke Hoek bevond. Het contact splitste zich, waaruit bleek dat het meer dan één object was. De koers van het contact was noord-noordoost.

 

                                  VUUR GEOPEND

 

Het fregat Evertsen ging om 20.51 uur op onderzoek. Het fregat Kortenaer meldde om 21.43 drie schepen op een afstand van 25 mijl van Vlakke Hoek.

Een visuele waarneming van het vliegtuig gaf om 22.08 uur op een afstand van twaalf mijl uit de kust bij Vlakke Hoek drie MTB's aan. Uit de gecombineerde scheeps- en vliegtuigwaarnemeingen bleek dat zij een snelheid hadden van 31à 32 mijl en dat zij een koers voeren recht de kust in.

De achterste MTB opende het vuur op het Nederlandse vliegtuig, toen dat lichtfakkels uitwierp. Daarna openden de beide andere MTB's eveneens het vuur.

Hierop beantwoordde de Evertsen het vuur. Om 22.15 uur nam ook de Kortenaer deel aan het vuren. Daarbij werd een van de MTB's de Matjan Tutul, om 22.30 uur in brand geschoten. Het werd getroffen in het achterschip - in de munitiebergplaats. Het voer toen nog steeds dertig knopen. Het voer nog twintig minuten brandend door en zonk om 22.50 uur.

 

                                     Overlevenden

 

De Evertsen en de Kortenaer hielden contact met de twee overgebleven MTB's, waarbij de Evertsen om 23.47 uur voor de laatste maal vuurde. De beide MTB's verdwenen in zuidwestelijke richting.

De Evertsen pikte daarna 52 overlevenden op. De commandant van de strijdkrachten in Nieuw-Guinea gaf vervolgens opdracht de twee overgebleven MTB's ongemoeid te laten indien zij zouden terugkeren om om overlevenden te zoeken.

De doden zijn te Kaimana begraven. Vier ernstig gewonden zijn dinsdagmiddag naar Biak gevlogen en daar in het hospitaal opgenomen. Negen onderofficicieren zijn woensdagochtend  naar Hollandia overgebracht. Negenendertig manschappen zijn voorlopig naar Sorong gebracht.

 

                                        VIERDE BLEEF ACHTER

 

Uit de verhoren van de onderofficieren bleek dat vier MTB's op 9 januari uit Djakarta waren vertrokken. Zij hadden per schip boven de normale bemanning van 24 man 21 man van de watersportdienst aan boord, alsmede vijf zespersoons rubberboten met buitenboordmotor. Drie MTB's gingen maandag op weg naar Nieuw-Guinea, de vierde bleef bij de tender Multatuli, die bij Udjer, een van de Aroe-eilanden, ten anker lag.

Over de drie schepen waren ruim honderd man van de Indonesische Landmacht verdeeld. Zij waren met twee Herculesvliegtuigen naar de Kei-eilanden gevlogen en vandaar met de Multatuli naar de Aroe-eilanden gebracht.

35 militairen waren op de Matjan Tutul ingescheept. Zij waren bewapend met een twee-inch mortier, vier machinepistolen, drie brens, 26 geweren en drie radio-ontvangers. Zij waren voorzien van voedsle voor twintig dagen.

De commandant van de Matjan Tutul, kapitein Wiradno is gesneuveld. Aan boord bevond zich ook commandeur Sudarso, vice-chef-staf van de Indonesische marine. Hij behoort niet tot de overlevenden.

Aan boord van de Hariman, de voorste MTB, bevond zich een zekere kolonel Domo, die commandant van de actie zou zijn. Aldus het communiqué dat werd uitgegeven omdat er enige verwarring was ontstaan door tegenstrijdige beichten over de plaats van het incident en over de vraag van welke zijde het vuu werd geopend.

 

                                        ANDERE CIJFERS

 

Intussen zijn uit Hollandia alweer enige berichten binnengekomen, die niet met dit commuiqué kloppen. Zo melden de persbureaus dat naar Hollandia twaalf gevangenen zijn overgebracht onder wie twee officieren. In het communiqué is slechts sprake van negen onderofficieren. Drie van de twaalf liggen in Hollandia in het ziekenhuis.

Uit Sorong wordt gemeld, dat twintig van de negenendertig gevangenen die daar zijn ondergebracht, gewond zijn. De gevangenen hebben daar verteld dat hun eenheid  de naam '' negentien december "  had gekregen, naar de datum waarop Soekarno vorig jaar zijn ,, bevel " gaf.

De commandant van de Nederlandse strijdkrachten op Nieuw-Guinea schout-bij-nacht L. F. H. Reeser, heeft gisteren het vermoeden uitgesproken dat de Indonesische operatie waarschijnlijk eenvoudig ten doel heeft gehad de Indonesische vlag op Nieuw-guinese bodem te planten. Soekarno had daar in zijn ,, bevel" onder meer opdracht toe gegeven.

 

                                           DJAKARTA'S BEWIJS

 

De Indonesische marine heeft verklaard dat de aanwezigheid van de vice-chef-staf van de marine, Sudarso, op een van de MTB's een bewijs is dat de actie geen invasie gold. Het is ondenkbaar dat zo'n kleine groep onder directe leiding van de plaatsvervangend chef-staf zou kunnen worden geplaatst, als men weet met een zoveel sterkere vijand te maken te hebben. De MTB's maakten een patrouilletocht in open zee om het peil van de waakzaamheid op te voeren.

 

                                 

TerugVerder

carol.magermans@gmail.com