

|  |   |  |
|
 |  |  |
Een weekend in bivak
- Ergens op de kust van het grote, westelijke eiland Misool (bekend geworden door de met succes bekroonde zoek-actie naar de vermiste sergeant) hebben de Mariniers uit BIAK - het derde versterkte peloton 423, van ca.70 man zich ingericht in een bivak.
- De zee speelt effen en kleurloos onder een bewolkte hemel tegen het witte zand.Twee meter achter de vloedlijn begint het bos van kleine rhodondrendonachtige heesters, die wemelen van de rode mieren. Daarachter schiet het bos hoger op tot een woud van hoge kaarsrechte stammen. En weer daarachter begint pas werkelijk de ,,groene troep"; moerasgeulen, overwoekerd met onder- groei en hellingen, kloven, heuvels, alles dicht begroeid.
- In ons bos is het allemaal bewoonbaar. De bomen doen wat aan beuken denken, al is het blad grover. De aarde is mooie, zwarte, verende bosgrond. Daar staan de tampats als rustieke ledikanten: vorktakken die, een halve meter boven de grond, het raam dragen, waarin de zeilen van de veldbedden zijn opgehangen, alles overdekt door het tentzeil als door een sierlijk dak. Een ander systeem, dat ook hier wordt gebruikt, is het oprichten van twee reusachtige houten letters A, op bed-lengte tegenover elkaar ( A - A ), waarbij de dwarsstreepjes hoofd en voeteneinde vormen van het er tussen gespannen slaapzeil, en de punten samen de nok vormen van de tent. Het effect is dat van een kleine Chinese pagode, en het maakt een keurige indruk.
- Dat doet het hele bivak trouwens. Het is eenvoudig verbluffend, hoe handig de natuur in cultuur wordt omgezet met de simpele hulpmiddelen van bijl en kapmes. Hout genoeg! En... Mariniers genoeg, die hun gang mogen gaan. Met plotseling ontwaakte oerkrachten gaan ze woudreuzen te lijf - ( iets geweldigs voor Nederlanders, wier pioniersinstinct een eeuw lang werd onderdrukt door de geüniformeerde boswachters, die wraak oefenen over elke gebroken twijg in onze laatste wandelparken).
- Zo ontstonden de zwemstijger en de w.c in de kali, zo de kleine kantine en de longroom. Naast het bivak stroomt een koele en heldere rivier naar zee, waarvan het water een sterk mineraal luchtje heeft ( Cyaankali zou hij kunnen heten), zonder twijfel heilzaam en geneeskrachtig: Bad-Misol, en Misole Les Bains staat er wie weet over 100jaar in de reisgidsen. En daar zwemmen WIJ alvast in!!
- En zo verstrijken de dagen. De dokter, de Ltz arts A.J.G.Spoelstra, houdt spreekuur voor de vele slachtoffers van de boskippeluis - dat is een apart verhaal; elke patouille, die terugkeert, zit er aan beide benen mee vol - en ook voor de twee papoea's uit de omtrek, die per prauw zijn hulp zoeken. Er worden schietoefeningen gehouden; het kamp krijgt onderhoud; de bivak-kippen(zonder luis) scharrelen en murmelen aan hun boeien van verbandgaas. de jonge hondjes bedelen bij de kombuis, waar sergeant kok J.Olijkan zijn dagelijks wonder verricht op veldovens en houtvuren ( onder een stortbui lekte zijn atapdak dermate, dat hij meer regenwater dan braadvet in zijn pan met gebakken aardappelen had, maar er kwámen ( hoe weet niemand ) tóch gebakken aardappelen uit. En over dit alles waakt, met vaardigheid en geduld, de eerste luitenant de mariniers J.G.A.Charmes, die zich vaak evenzeer kamponghoofd als bivakcommandant voelt.
vervolg,see,voir,pag. 1-23
|
| carol.magermans@gmail.com |
| |
|
|  |  |  |