Mariniers van de 41ste, 42ste en 43ste Infanterie Compagnieën uit Manokwari, Biak ,en Hollandia werden ingedeeld in Task Units en vertrokken met spoed naar de Radja Empat Eilanden, Gag, Kokas, Fak Fak, Kaimana en de Etna Baai. Hun opdracht luidde : " het opsporen- en vernietigen van de vijandelljke indringers".
Op 26 april 1962 kregen mariniers en militairen van de KL voor het eerst te maken met de eerste grootscheepse luchtlandingen van Indonesische parachutisten nabij Fak Fak- en Kaimana.
Indonesië stuurde onder de naam Operasi Banteng 1 ( Banteng Putih ) 42 para's, en onder de naam Banteng 2 ( Banteng Merah ) 40 para's van de RPKAD ( Resimen Para Komando Angkatan Darat ), en de PGT ( Pasukan Gerak Tjepat ) o.l.v Ltnt. Agus Hernoto en Ltnt. Heru Sisnodo naar Fak Fak - en Kaimana. Door onnauwkeurige navigatie kwamen beide groepen ver van hun oorspronkelijke doel in de jungle van Nieuw Guinea terecht..
Mariniers van Verpel 423 uit Biak waren sind medio april 1962 gelegerd nabij Kampong Pasar Pendik. Op 2 mei 1962 overviel een mariniersgevechtseenheid een kampong hut nabij kampong Nemboektep waarbij twee para's van de groep van Ltnt. Agus Hernoto werden gedood. Op 7 mei sneuvelde in een vuurgevecht met mariniers een pelotons commandant van de groep Agus Hernoto, terwijl tevens de eerste parachutist gevangen werd genomen en afgevoerd werd naar de Politie Tangsi in Fak Fak.
Vanaf 15 mei 1962 waren er voortdurend luchtlandingen van parachutisten en infiltraties over zee.
Wekenlang werd er dag en nacht onder zeer zware omstandigheden ( veel regen, en moeilijk begaanbaar terrein ), intensief jacht gemaakt op de Indonesische parachutisten- en infiltranten door zowel Mariniers, KL, PVK als Politie.
Operasi Naga werd de laatste grote luchtlanding op Nederlands Nieuw Guinea.
Volgens de Indonesische geschiedschrijving werden op 4 juni 1962 nog eens 215 parachutisten met 3 Hercules transporttoestellen van het type C-130 Lockheed, bij Merauke gedropt. Deze grote eenheid stond onder leiding van Majoor Benny Moerdani. Het waren o.a 160 man van de 530 Raiders Brawidjaja Compagnie, en 55 para's van het resimen RPKAD ( Para Komando's ). Ook zware wapens,, artsen, verplegers en verbindingsmensen werden gedropt om Nederland nog meer onder druk te zetten.
Als antwoord op de parachutisten dropping nabij Merauke werden vanaf het vliegveld Rendani bij Manokwari mariniers van de 41ste Infanterie Compagnie in diverse vluchten overgebracht naar Merauke, om de aldaar aanwezige militairen van de Kon.Landmacht te ondersteunen en te versterken.
De onderhandelingen tussen Nederland, en Indonesië volgens het plan Bunker verliepen zeer moeizaam en stroef. Indonsië wilde kostte wat het kost op 17 augustus ( Nationale Bevrijdingsdag ) de Rood Witte vlag in West Irian laten wapperen. De belofte van president Soekarno aan zijn volk dat de Merah Putih vóór 17 augustus 1962 van Sabang tot Merauke zou wapperen, werd niet bewaarheid.
Op 18 augustus 1962 ging het daadwerkelijke staakt het vuren in, en werd de Verenigde Naties belast met de uiteindelijke overdracht aan Indonesië.
Het verlies aan doden en gewonden van deze nooit verloren oorlog was uiteindelijk veel te hoog.
Het kostte de nabestaanden nog zeer veel moeite- en overredingskracht om de Nederlandse regering ervan te overtuigen de gesneuvelde Nederlandse Mariniers - en Militairen van de Kon.Landmacht, een herbegrafenis in Nederland, of op het Ereveld Kembang Kuning op Java te geven.
Carol Magermans,
april 2012,
Literatuur:
Nederlands Nieuw Guinea 1945 - 1962 , Theo Peters, ISBN 90-801860 1-5 NUGI 648
Trikora Perjuangang Pembebasan Irian Barat 20 februari 1993