Te warskip in West - Friesland
,,Boompje verruil" bij de familie Roet
Hem-Venhuizen -
Zaterdagmorgen 8 september 1962 arriveerden 180 bruingebrande vermoeide maar gelukkige militairen op Schiphol.Onder hen bevond zich de 21 jarige Venhuizense marinier Antoon Roet. Na 18 maanden op het zonovergoten Nieuw-Guinea te hebben gediend plaatste hij zijn eerste schreden op de winderige Hollandse bodem, waar zijn familie hem opwachtte. Woensdag 12 september 17.30uur stond de familie Roet wederom op het vliegveld om afscheid te nemen van hun bijna 23jarige broer en zoon Co Roet. Deze ogenschijnlijk onbewogen jongeman geeft blijk over een grote dosis ondernemingsgeest te beschikken, daar hij zal trachten een geheel nieuwe toekomst op te bouwen in de Centraal Afrikaanse federatie van Rhodesia en Nyassland.
Co en Antoon stonden woensdag tegenover elkaar, niet voor een welkom maar voor een afscheid. Voor hoe lang? Co weet het niet, misschien is zijn afscheid wel voor altijd. Ook als dienstplichtig militair heeft hij vrijwillig zijn dienst in Suriname doorgebracht. Toen hij terugkwam was hij in de ban van de tropenzon en besloot wederom daar te gaan werken.
Uitgesteld
Maar zijn broer die met hem op het bedrijf van vader Roet werkzaam was moest de wapenrok aantrekken waardoor het ideaal van Co werd uitgesteld. Nu, na achttien maanden scheiding, Antoon weer in huiselijke kring is opgenomen, kon de verwezenlijking van zijn emigratie doorgang vinden. Wanneer het KLM toestel op 14 september in Johannesburg zal landen, wacht hem een moeizame reis van 12 uur die hem zal voeren naar Marandellas, een plaatsje van 4100 inwoners, 70km van Salisbury. Dan zal hij definitief deel uitmaken van de 312.000 Europeanen die in Rhodesia verblijven terwijl er in Marandellas 1100 inwoners van Europese afkomst zijn. ,,Ik ben me er bewust van dat daar gewerkt zal moeten worden,, Ik kom daar op een tabaksplantage die door een Engelse firma wordt geexploiteerd met een Hollandse bedrijfsleider. Uit een geillustreerd boekwerk heb ik in het kort de bouwmethode en de financiele condities, alsmede de mogelijkheden bekeken om iets te bereiken. Twee tot drie jaar zal hij moeten werken om als bedrijfsleider op een tabaksplantage te mogen werken.
De boes-boes
Terwijl Co geheel op zijn vertrek is ingesteld kijkt Toon zoals hij in de volksmond genoemd wordt, naar de dikke bundels foto,s die een onvergetelijke herinnering zijn aan deze periode in zijn jonge leven.,, Er was daar zeer weinig ontspanning terwijl men lichamelijk geheel diende te worden omgeschakeld door de nimmer aflatende warmte. Toch is er veel gelachen. Eens waren we op patrouille de onherbergzame boes-boes ingestuurd toen we midden in de nacht een kampvuur zagen branden. We schaarden ons met de Papoea,s rond het vuur en trachtten dezelfde geluiden te maken welke bij een voor hen gewoontegetrouw feest behoren. Ik ben weliswaar weinig met de bevolking in aanraking geweest, maar dat er genegenheid bestaat te aanzien van de Hollanders, dat durf ik positief te beweren.
Infiltranten
Toon vergeet nooit die ene januaridag toen er alarm geslagen werd. De eerste Indonesische infiltranten meldden zich nabij de Vlakke Hoek. We beseften dat alles wat eens het opvolgen van oefenopdrachten was, nu werkelijkheid zou zijn. Werden zij toen door angst bevangen? Och nee antwoordt hij, wil je wel geloven dat we verheugd de order om infiltranten gevangen te nemen opvolgden. Niet uit wraakzucht maar misschien was het omdat we eens uit de sleur van het alledaagse leven kwamen. Misschien ook de drang naar sensatie. De infiltranten waren totaal ongevaarlijk omdat zij schamel en primitief waren uitgerust. Veelal betekende het inbeslagnemen van hun bezittingen reeds hun overgave. Nu kregen zij weer wat te eten. Zij bleken zich nauwelijks bewust waarom zij naar het voor hen onbekende eiland werden gezonden. Het was een trieste ervaring deze machteloze gevangenen in te sluiten. Maar zegt Toon: ,, wellicht was het voor hen geen ontgoocheling, maar een verlossende overgave".
Het werd echter wel ernst toen de modern bewapende Para's zich aan de kust van Fak-Fak aandienden. De sfeer werd gespannen. We volgden nauwkeurig de politieke situatie en leefden intens mee met de onbekende Hollandse soldaat die elders op Nieuw-Guinea verbleef. Verslagenheid en ontroering kenmerkten iedereen toen wij hoorden dat een van hen gesneuveld was. Maar er heerste een grote vreugde toen ,, het staakt het vuren" werd afgekondigd, en ieder verlangend dacht aan ,, dat ene huis " dat in Holland staat.
Terwijl Toon nu weer verblijft in de familiekring gaat Co zijn bruisende ondernemingsgeest in het verre Afrika botvieren.