Koos Levering's Verhaal van Merauke
In mei/juni 1959 werd een versterkt peloton ( Verpel ) van het Korps Mariniers naar Merauke, in het zuid-oosten van het toenmalige Nederlands Nieuw Guinea gestuurd. Merauke en omgeving was het enige niet door Japan bezette deel van Nederlands Indië in WO II. Qua natuur week het gebied sterk af van de rest van Nieuw Guinea. Geen ondoordringbare "boerenkool " maar een vlak gebied met veel rivieren en moerassen, open bossen, en klapper- en groentetuinen bij de dorpen. Het werd ook wel " Klein Indië " genoemd. Het lag vrij dichtbij de grens met Papua Nieuw Guinea, het destijds Australische oostelijke deel van het eiland.
In Merauke werd het Verpel ondergebracht in een voormalige politiekazerne. De politie had een nieuwe kazerne gekregen, die dichterbij de kota ( stad ) lag. De marinierskazerne was erg lang en smal en lag met de ene lange kant aan een ruwa (moerassig gebied ) waarin sapi's ( een soort koeien ) liepen. Dat was niet het ergste. Dat waren de miljoenen muskieten die elke avond om zes uur over het hek vlogen. Vandaar dat het om zes uur malariatenue was, dat wil zeggen mouwen neer en lange broek. Slapen moest onder een klamboe, en tegen malaria slikten we paludrine.
In de kazerne stonden een stuk of vier geweldige mangobomen. Als de tijd daar was en je hield ervan, dan was het genieten van de grote, rijpe mango's. Je hoefde ze niet eens te plukken, ze vielen vanzelf naar beneden. Overdag sliepen de kalongs ( grote vleermuizen, ook wel vliegende honden genoemd ) in dezelfde bomen en tegen de avondschemering begonnen ze rond te vliegen, en te eten. En wat er bij die dieren aan de voorkant ingaat , komt er aan de achterkant vrij snel weer uit, en daar moest je goed op letten.
De aankomst en het verblijf van het Verpel in deze kazerne waren minder romantisch. Alles moest worden opgebouwd, ingericht en in werking worden gesteld. Juni was halverwege de droge tijd in Merauke, en ondanks alle water in de omgeving liep de kraan dan nauwelijks. En als er water uit kwam dan moest het, om het te kunnen drinken, worden gekookt of gezuiverd. Water zuiveren betekende een half uur schudden met witte tabletten en daarna een half uur met blauwe tabletten. Rotterdammers herkenden de smaak.
Gelukkig was er wel volop elektriciteit. In de kota stonden oude generatoren van Biak, 24 uur te draaien. En als de spanning weg viel, dan stond er achter de garage een stevig noodaggregraat. De spanning viel bijna nooit uit. Een koud biertje was geen probleem, mits de koeler niet kapot was, maar eens lekker mandiën was er helaas niet bij. En dan moet je aan het werk in de tropische hitte.
Wat hield een Verpel eigenlijk in? De meeste mariniers hadden een kwaliteitsnummer voor infanterist. De versterking van het peloton zat in de aanvullende groepen als zware wapens : mitrailleurs, mortieren e.d. Voor de logistiek zorgde de Koninklijke Marine. Daarom waren bij het Verpel een aantal mensen van de vloot geplaatst.
vervolg pagina 2,