De GRIB telt driehonderd min of meer officiële leden van wie honderd Papoea's heten te zijn. In hoeverre dit juist is, kan niet worden gecontroleerd. Vast staat dat de partij, die aansluiting bij Indonesië wenst, zich bijzonder rustig houdt. Aan te nemen valt verder dat de GRIB voor 't merendeel op wankele figuren drijft, die uit puur opportunisme ( gezag en goed betaalde banen onder een eventueel Indonesisch bewind ) het spoor van Daeng Patta zijn gaan volgen.
Dat verschillende leden zich bepaald niet gelukkig voelen, blijkt wel uit de woorden, die één van hen tot mij sprak:
,, Zolang de Nederlanders hier zijn, behoeven we niets te vrezen. Als er echter een overdracht paats vindt, die de onmiddellijke terugtrekking van de troepen hier betekent, is het misschien beter ons de eerste dagen in de bush te verbergen. We vrezen namelijk dat er Papoea's zijn, die ons als verraders zullen zien, en we weten zeker dat er verschillende figuren zijn, die niet zullen schromen hun gram op ons te halen.
Een en ander klopt volkomen met de ervaringen, welke door het bestuur worden opgedaan. De resident alswel het HPB ( hoofd plaatselijk bestuur ) hebben heel wat moeite gehad pro-Nederlands Papoea's ervan te overtuigen dat een niet-subversieve, pro-Indonesische partij binnen het kader van het democratische bestel een normale zaak is. Verschilende kamponghoofden, die met hun manen bereid zijn voor de Nederlandsezaak te vechten - zodra er infiltranties aan de Zuidkust zijn, er komen van diverse kanten aanbiedingen binnen - hebben tevens verklaard dat ook de Nederlanders hun vijanden zullen zijn, als dezen hen aan Djakarta verkopen.
vervolg,see,voir,pag.4