Aan de baai, tegen een steile berghelling aangedrukt ligt FakFak, een dorp van ca. 1800 inwoners, maar wereldnieuws geworden door de Indonesische infiltraties.
Indonesische invloeden zijn sterk in FakFak vertegenwoordigt. Zevenhonderd van de ca. 1800 inwoners van het dorp zijn van Indonesische oorsprong.
Tegen de einder, aan de overkant van de baai, ziet men de contouren van Poeloeh Pandjang. En verder, maar toch niet meer dan zo'n 120 km. verweg, ligt Ceram, door Indonesië gebruikt als uitvalspoort naar Nieuw Guinea.
Als 's Avonds precies om 10 uur de Taptoe wordt geblazen, begint het vreemdste concert dat ik ooit heb gehoord. Honden janken en huilebalken met de vérdragende trompetklanken mee, de taptoe bijna tot een ,,Last Post" makend. Het zijn kamponghonden: grommerig,langharig,kefferig en slim. In FakFak en naaste omgeving zijn er niet minder dan vijfentwintigduizend, waarvan de helft zwervend en dolend is.
Zo paniekerig het voor Indonesië praktisch onbereikbare Hollandia is, zo rustig is het in de frontlijn liggende FakFak. Met de Radja Ampat Archipel voor de Vogelkop is de Zuidkust een bijna natuurlijke invalspoort voor infiltranten. Ceram, waar de Zuid-Molukker dr. Somoukil nog steeds in de bergen vecht, ligt slechts honderdtwintig kilomter van FakFak vandaan. De Kei eilanden en de Aroe Eilanden zijn Indonesische uitvalsbasis geworden, ook al heeft geen enkele infiltratie tot nog toe enig succes opgeleverd.
De rust in FakFak is nog meer in het oogspringend als men bedenkt dat er op het ogenblik (moment van schrijven) een vijftigtal met de modernste wapens uitgeruste Indonesische parachutisten op nog geen dertig kilometer afstand zit.
(Mariniers van de 42e Inf.Compagnie Biak zijn dan al in de bergen boven FakFak bezig deze para's op te sporen.)
vervolg,see,voir,pag.2